Home / Tattoo nieuws / De voetballer en zijn tattoo: eerder regel dan uitzondering

De voetballer en zijn tattoo: eerder regel dan uitzondering

Je moet goed zoeken in het grote aanbod aan voetbal op tv om eens een wedstrijd te zien die niet wordt opgesierd door de enorme verzameling tattoos op armen en benen. Een shirt uittrekken na een goal mag niet meer, tot teleurstelling van scorende spelers die niet zelden ook hun hele bovenlichaam vol kunstwerkjes hebben zitten en daar graag mee pronken.

Kostbare hobby

Allereerst is het zetten van tattoos best een kostbare hobby als je die bedrijft zoals veel voetballers het liefst doen, namelijk in grote hoeveelheden en afmetingen. Met de transfersommen en tekengelden die je in de talkshows hoort vallen, krijg je niet bepaald de indruk dat een speler van pakweg Manchester City zich druk hoeft te maken over de boodschappen, de energiekosten of het afsluiten van een goedkope autoverzekering voor één van zijn bolides. Dus is er altijd ruimte voor een enorme leeuw op de rug zoals die van Olympique Lyon-aanvaller Memphis Depay. Of de verzameling tekeningen op het lichaam van Zlatan Ibrahimovic (AC Milan).

Rolmodellen en de verdubbeling van het aantal tattooshops

De twee grootste spelers in Europa zijn Lionel Messi en Cristiano Ronaldo. Vreemd genoeg heeft de eerste betrekkelijk laat (in 2010) zijn eerste tattoo laten zetten en is het lichaam van Ronaldo nog altijd brandschoon. De spits van het Italiaanse Juventus doneert jaarlijks bloed en wil er honderd procent zeker van zijn dat zijn aderen schoon blijven. Hoe dan ook is de rest van het spelersgilde grotendeels een bonte stoet wandelende kunstwerken geworden. Al jaren fungeren voetballers als rolmodellen voor hun jonge volgers, die ze zeker op het gebied van uiterlijk kopiëren. Dat het aantal tattooshops in vijf jaar tijd is verdubbeld, zal daarom geen verwondering wekken.

Ongemakkelijke situaties in de toekomstige carrière

Voetballers dienen bij het zetten van een tattoo rekening te houden met een overstap naar een andere club, zeker als dit de rivaal betreft. De mislukte comeback van paradijsvogel Andy van der Meyde, die ooit doorbrak bij Ajax, leidde tot een relletje bij PSV toen hij daar na zijn Europese avonturen terechtkwam. Eindhovense supporters vonden het maar niks dat er nog steeds in gotische letters AJAX op zijn kuit prijkte en eisten dat het plaatje verwijderd werd. En wat er intussen is gebeurd met het portret van Yolanthe Cabau op de heup van zijn oud-teamgenoot Wesley Sneijder laat zich raden. Analist en geinponem René van der Gijp had wel een suggestie: ‘Dan maak je er een stoppelbaard en een bril op en heb je Herman Brusselmans. Geen probleem’. Dit soort situaties geven een extra dimensie aan het zetten van een tattoo, en zeker als je een profvoetballer bent.